Tearoom-Tango (Je hebt me belazerd)
Wim Sonneveld
1966
jaar
Top 40
11
piekpositie
Top 40
12
weken
Top 40
253
punten
Top 40
Dit lied komt uit het programma "Een avond met Wim Sonneveld". Deze show ging op 1 januari 1964 in Amsterdam in première en het programma werd meteen goed ontvangen. Dit kwam mede door de tekstschrijvers die voor hem werkten. Teksten zijn onder andere van Annie M.G. Schmidt, Simon Carmiggelt, Michel van der Plas en Jacques van Tol. Sonnevelds levenspartner Friso Wiegersma schreef ook een paar nummers voor de show. Nikkelen Nelis (de straatzanger), het bekendste nummer uit die show, is van zijn hand. De muzikale leiding was in handen van Harry Bannink. Programma Goedenavond (tekst: Wim Sonneveld) Mijn vader (tekst: Wim Sonneveld) O, ik weet niet wat ik wil Paris Water bij de wijn (tekst: Annie M.G. Schmidt) Nikkelen Nelis (tekst: Friso Wiegersma) Leuk voor later (tekst: Annie M.G. Schmidt) Kroketten (tekst: Simon Carmiggelt) Ome Thijs (tekst: Jacques van Tol) na de pauze: De zomer van 1910 (tekst: Friso Wiegersma) Annemarie (tekst: Wim Sonneveld/Verlor) Gerrit (tekst: Friso Wiegersma) De huwelijksreis (tekst: Jean Sean) Dag man achter het loket (tekst: Wim Sonneveld) Tearoom Tango (tekst: Friso Wiegersma) De Lodewijkentijd (tekst: Friso Wiegersma) Flink zijn Margootje (tekst: Annie M.G. Schmidt) Frater Venantius (tekst: Michel van der Plas) Haal het doek maar op (tekst: Jacques van Tol)
Artiest
Titel A-kant
Tearoom-Tango
Componist(en) A-kant
H. Bannink, M. v. d. Plas
Titel B-kant
Gerrit
Componist(en) B-kant
H. Bannink, H. Verhagen
Platenlabel
Philips
Catalogusnr
JF 327 969
Top 40
Songtekst
Toen ik jou de roze tearoom langzaam binnenschrijden zag,
Met je kaalgevreten bontjas en je arrogante lach,
Een afschuwelijk beeld van honger en ellende,
Vroeg ik me af hoe ik jou in `s hemelsnaam herkende,
Maar toen iedereen jou nakeek met die blik van oh-la-la,
Dat moet vroeger iets geweest zijn van comme ça en ga maar na,
En de ober zelfs een buiging voor je maakte,
Toen voelde ik dat mijn verbittering ontwaakte,
En terwijl je stilstond bij ’t gebak,
Was ik de jongen weer wiens jongenshart jij brak,
refr.
Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd,
En wat me nu na al die jaren nog verwondert,
Dat ik dat nooit vergeten zal al word ik honderd,
Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd,
`t Zal zo`n dertig jaar geleden zijn dat ik jou stil aanbad,
En in deze zelfde tearoom steeds op jou te wachten zat,
En wanneer je dan na uren was gekomen,
Noemde `k jou de schone diva van m’n dromen,
Na een jaar geheime liefde zei `k nog steeds eerbiedig "U",
En ik mocht je af en toe eens kussen achter ’t menu,
Verder mocht ik niks `t was verdomd een schijntje,
Je hield me steeds met je belofte aan ’t lijntje,
Tot ik plotseling ontdekte dat,
Jij wel twintig and`re tearoom-lovers had,
refr.
Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd,
En wat me nu na al die jaren nog verwondert,
Dat ik dat nooit vergeten zal al word ik honderd,
Je hebt me belazerd, je hebt me bedonderd,
En nu zit je aan m’n tafeltje en vraagt me "mag ik thee",
En je attaqueert wat taartjes en wat kijk je weer gedwee,
En je fluistert "jongen, haal me uit de nesten,
Want het is of heel de wereld me wil pesten",
Je bent veel te dik gepoeierd en de mot zit in je hoed,
En ik zie ook dat je huilt zoals een slecht actrice doet,
Je pikt weer een sigaret en vraagt een vuurtje,
En je zegt achter je zevende likeurtje,
"Ach, je weet dat ik jou de liefste vond,
Geef me wat geld, boy, want ik zit vreselijk aan de grond",
Dan zeg ik: "zit jij aan de grond?",
Da`s heel belazerd, da`s reuze bedonderd,
Dat ik de liefste was is iets dat mij verwondert,
Vraag het die anderen maar, je had `r minstens honderd,
Ober, ober, goedemiddag,
Deze dame hier, ober, wou even alles afrekenen,
Ja, `k ben belazerd…