Hij Was Goed Voor Z'n Moeder

{transcribed by Adri Verhoef, 19-6-1999}

Hij was vijftien jaar jong,
Toen hij in 't kerkkoortje zong
Maar hij was al de schrik van de buurt
Hij stak met twee kaarsen de kerk in brand
Toen is hij van het koortje gestuurd

Uit wraak klom hij hoog in de toren van de kerk
En gooide 't kruis naar benee
En 's zaterdagsmiddags, dan ging hij uit wink'len
En dan gapte hij alles mee

[chorus]:
Maar hij was goed voor z'n moeder en goed voor z'n vader
Dat zei die altijd in de kroeg
Maar hij was goed voor z'n moeder en goed voor z'n vader
Dat vond ie al meer dan genoeg

Zo ging de jeugd van z'n leven
Voorbij, je moest beven
En bang zijn als je naar hem keek
In zomerse dagen, je hoefde niet te vragen
Wie het deed, 1 bosbrand in de week

Als hij dronk, werd ie eerst wat zwaarmoedig
Maar daarna, dan sloeg ie 't café kort en klein
Toch had hij een hondje, dat is nu gestorven
Dat doet hem nog steeds heel veel pijn

[chorus]

Hij had een auto gestolen, daarmee reed hij heel hard
Door de straat, en opeens was het te laat
Ze lag op de grond, een klein meisje gewond
Ze lag daar zo stil op de straat

De branie verdween en hij voelde voor 't eerst
Grote spijt van wat hij had gedaan
Hij zag nu pas goed wat hij deed al die jaren
Z'n leven werd anders voortaan

[chorus] [3x]