The Blue Nile
Biografie
Vier albums binnen een tijdsbestek van twintig jaar. De productie van The Blue Nile is bepaald niet overvloedig te noemen. Niettemin ontwikkelt het Schotse drietal, met inspiratiebronnen uiteenlopend van Gustav Mahler tot Marvin Gaye, vanaf begin jaren tachtig een geheel eigen stijl die hen een schare toegewijde fans bezorgt. Hitsingles blijven uit, hoewel ‘Tinseltown In The Rain’ uitgroeit tot een klassieker en vooraanstaande namen als Annie Lennox en Isaac Hayes Blue Nile-nummers op hun repertoire zetten.
Opgericht door zanger/gitarist Paul Buchanan, toetsenist Paul Joseph Moore en bassist Robert Bell, debuteert The Blue Nile in 1981 met het synthpopnummer ‘I Love This Life’.
Testplaten
Die single brengen de drie ex-studenten van de universiteit van Glasgow in eerste instantie in eigen beheer uit. RSO Records pikt het plaatje op, maar als het label wegens overname stopt, is de groep terug bij af.
In een studio even buiten Edinburgh werkt het drietal in ongebruikte uurtjes aan nieuw materiaal. Een demo belandt in Glasgow bij Linn, een producent van hoogwaardige audio-apparatuur die vanwege de slechte kwaliteit van testplaten met eigen uitgaven is begonnen.
Met geld van Linn kan The Blue Nile in 1984 A Walk Across The Rooftops uitbrengen. De reacties op het album zijn lovend en ‘Tinseltown In The Rain’, dat met zijn melancholische en filmische karakter model staat voor het geluid van de groep, wordt een bescheiden hit.
Lat
Het drietal legt daarna de lat dusdanig hoog dat het vijf jaar duurt voordat het tweede album verschijnt. Hats, beschouwd als het magnum opus van de groep, is een groter commercieel succes dan zijn voorganger en zorgt, hoewel er opnieuw geen hitsingles op staan, voor een kleine doorbraak in Amerika.
Daar toert The Blue Nile in 1990 met singer-songwriter Rickie Lee Jones, terwijl Annie Lennox hen twee jaar later betrekt bij haar solodebuut Diva en voor het coveralbum Medusa ook nog ‘The Downtown Lights’ opneemt.
Minder elektronisch
Inmiddels hebben Buchanan, Moore en Bell zelf een wereldwijd contract getekend met Warner en trekt het drietal met opnameapparatuur naar onder meer Frankrijk, Italië en Ierland om de basis te leggen voor Peace At Last dat zomer 1996 uitkomt, minder elektronisch van karakter is en nogal wisselend wordt ontvangen.
Na een periode van acht jaar, waarin onder meer de overeenkomst met Warner wordt ontbonden en Buchanan als gastmuzikant opduikt bij onder meer Peter Gabriel, verschijnt het vierde album High.
Vanaf 2006 treedt The Blue Nile, zonder Moore, ook weer sporadisch live op.