B.B. King
Biografie
Beschouwd als de grootste bluesartiest van na de Tweede Wereldoorlog, is B.B. King na zo’n zestig jaar in de muziek nog altijd niet uitgespeeld. Zijn carrière kent vele hoogtepunten, terwijl zijn werklust voorbeeldig mag worden genoemd. Als een van de weinige bluesmuzikanten weet King eind jaren zestig ook door te dringen tot de blanke popmarkt. Dat succes bouwt hij in de loop der decennia uit dankzij samenwerkingen met onder meer U2 en Eric Clapton.
B.B. King wordt in 1925 geboren als Riley B. King en groeit op in het Mississippi Delta-gebied, in het zuiden van de Verenigde Staten, temidden van katoenplukkers. Een hard en armoedig bestaan dat hem al op jonge leeftijd doet besluiten om te proberen geld te verdienen met het maken van muziek. In Indianola doet hij op straat zijn eerste optredens.
Radiostation
Zijn neef, bluesgitarist Bukka White, brengt hem het een en ander bij en eind jaren veertig kan King, als jinglezanger, aan de slag bij WDIA in Memphis, het eerste door zwarten gerunde radiostation in de VS.
Als dj noemt hij zich ‘Beale Street Blues Boy’, naar de uitgaansstraat van Memphis, om via ‘Blues Boy King’ uit te komen bij ‘B.B. King’. Zijn gitaar krijgt de naam ‘Lucille’, als King het instrument, met gevaar voor eigen leven, weet te redden bij een brand die het gevolg is van een ruzie tussen twee mannen om ene Lucille.
Platencarrière
In de jaren vijftig komt zijn platencarrière flink op gang bij het in r&b gespecialiseerde Modern/RPM-label uit Los Angeles. In het begin maakt King gebruik van de pas geopende studio van Sam Phillips in Memphis.
Hij geeft zijn radiowerk op om fulltime muzikant te worden en doet talloze optredens, vooral in zalen waar het zwarte publiek komt zoals de Apollo in New York en het Regal Theatre in Chicago.
In laatstgenoemde zaal neemt de bluesmuzikant, na overgestapt te zijn naar ABC-Paramount, in 1964 een live-album op dat als een hoogtepunt in zijn carrière geldt.
Grootste hit
Zijn grootste hit scoort hij in 1970, wanneer, na een toer door de VS met The Rolling Stones, de single ‘The Thrill Is Gone’ doordringt tot de Amerikaanse poplijsten.
In 1974 doet King een stadionoptreden in Kinshasa, Zaïre ter gelegenheid van het boksgevecht tussen Muhammad Ali en George Foreman. Hij flirt met disco en soul, werkt samen met namen als Bobby Bland en The Crusaders en blijft onvermoeibaar het land rondreizen voor optredens.
Grote namen
Zijn platenproductie neemt langzamerhand af, maar eind jaren tachtig weet de bluesveteraan een nieuw en jong publiek te bereiken als hij met U2 voor het album Rattle And Hum het nummer ‘When Love Comes To Town’ opneemt.
Een rij grote namen, waaronder Van Morrison, Tracy Chapman en Mick Hucknall, gaat eind jaren negentig in duet met King op zijn album Deuces Wild. Ook commercieel succesvol is de samenwerking met Eric Clapton, Riding With The King.
Onderscheidingen
King, inmiddels ook betrokken bij de exploitatie van een aantal naar hem genoemde clubs in onder meer Memphis en Nashville, kan na de eeuwwisseling aan zijn lijst van onderscheidingen de Presidential Medal Of Freedom en de Polar Music Prize toevoegen.
In 2006 begint hij in Europa aan een afscheidstournee. Maar ondanks zijn hoge leeftijd en zijn diabetes lijkt van stoppen geen sprake. Het blijft dan ook bruisen van de activiteiten rond Amerika’s meest vooraanstaande bluesmuzikant, naar verluidt vader van vijftien kinderen bij even zoveel vrouwen: in 2008 verschijnt een nostalgisch getint, door T Bone Burnett geproduceerd nieuw album, start King een blues- en gospelshow op het satellietstation XM Radio en opent in Indianola een aan hem en de Delta-blues gewijd museum.