Freddie Mercury

Freddie gaat naar het Imperial College en zit in allerlei bandjes. In 1969 ziet hij de band Smile spelen en is onder de indruk. Hij komt in contact met 2 leden van de band, Brian May en Roger Taylor. Als de zanger van die band Tim Staffel het in 1970 voor gezien houdt, stapt Mercury naar voren en samen met May en Taylor wordt een nieuwe band gevormd: Queen. In 1971 is het kwartet compleet als bassist John Deacon zich bij de band voegt. Queen scoort wereldwijd vele hits. Veel van die hits, zoals Bohemian Rhapsody, komen van Mercury. In 1985 maakt hij een solo-uitstap met zijn eerste album Mr. Bad Guy, maar het album flopt. In 1987 scoort hij wel met een cover van The Great Pretender, een oud nummer van The Platters. Maar het noodlot slaat toe, dat jaar krijgt Mercury te horen dat hij besmet is met hiv en aids heeft.

 

Ondanks het verschrikkelijke nieuws gaat hij door met platen maken en ook in 1987 gaat een droom van Mercury in vervulling als hij met operadiva Montserrat Caballé een opera-album mag opnemen, getiteld Barcelona. Op 23 november 1991 maakt Mercury openbaar dat hij ernstig ziek is en aan de ziekte aids lijdt. Slechts 24 uur later overlijdt hij op 45-jarige leeftijd.

 

In 1992 wordt Freddie door de overgebleven Queen-leden herdacht met een groots opgezet 'memorial concert' dat plaatsvindt in het Wembleystadion in Londen. Het laatste materiaal van Mercury komt in de vorm van het album Made In Heaven in 1995 uit. In 2019 neemt Dave Clark een eerdere opname van Time Waits For No One onder handen. In tegenstelling tot het origineel uit de musical Time is de versie die hij met Mercury opnam in de Abbey Road Studio uit 1986 een ingetogen versie.