5000 Volts

Het Britse studioproject 5000 Volts scoort midden jaren zeventig één grote internationale hit. Die vormt de aanzet voor een succesperiode van de voor de gelegenheid ingehuurde zangeres Tina Charles. Om contractuele redenen houdt men haar aanvankelijk zelfs buiten de publiciteit. Met een andere zangeres haalt 5000 Volts nog één keer de Britse top 10, maar het project ontwikkelt zich niet verder en gaat door een zijdeur af. Met recht een two-hit-wonder.

Het studioproject start onder de naam Airbus. De kern bestaat uit muzikant/componist Tony Eyers, zanger/gitarist Martin Jay en zangeres Tina Charles, geboren Hoskins. De laatste twee hebben eerder samengewerkt in Northern Lights, een groep uit Londen die eind jaren zeventig opgaat in de jazzfunkband Shakatak.

In 1975 verschijnt van Airbus de single Bye Love, maar clubdj’s zien meer in de B-kant, I’m On Fire. Met een nauw bij de discogolf aansluitend arrangement en een thema dat nogal leunt op het jaren zestig-hitsucces Black Is Black van Los Bravos, slaat het nummer dusdanig aan dat de platenmaatschappij in allerijl de A- en B-kant van het plaatje omwisselt. Tegelijkertijd verandert de naam Airbus in het heel wat energieker klinkende 5000 Volts.

Dat najaar komt I’m On Fire in het Verenigd Koninkrijk tot de vierde plaats. Ook in de Verenigde Staten is het nummer een flinke hit, maar het meeste succes heeft de groep in Duitsland.

Aan de vooravond van een Duitse tournee besluit Tina Charles, die eind 1975 onder leiding van discoproducer Biddu haar solocarrière een nieuwe impuls heeft gegeven, niet langer mee te doen. 5000 Volts is inmiddels uitgegroeid tot een volwaardige band en moet op zoek naar een nieuwe zangeres.

Die vindt men in Linda Kelly, die te horen is op Doctor Kiss-Kiss, een Britse top 10-hit in de zomer van 1976.

Opvolgers floppen en in 1977 is de groep verleden tijd. Daarna probeert Martin Jay tevergeefs een solocarrière van de grond te tillen. Uiteindelijk wordt hij sessiemuzikant en achtergrondzanger en verricht hij hand- en spandiensten voor onder meer Jason Donovan en Take That.