1910 Fruitgum Co.
Biografie
Een typisch voorbeeld van wegwerppop uit de late jaren zestig, ook bekend als bubblegum. Die aanduiding, bedacht door de Amerikaanse producers Jerry Kasenetz en Jeff Katz, is nog altijd in gebruik. En hoewel bij 1910 Fruitgum Company van een groep alleen in het begin sprake is geweest, mogen hun grootste hits worden gerekend tot de popklassiekers.
Voortgekomen uit het garagerockgroepje Jeckell & The Hydes, dat vanaf 1965 actief is rond Linden, New Jersey, vormen Frank Jeckell (slaggitaar/zang), Mark Gutkowski (zang/orgel), Steve Mortkowitz (bas), Floyd Marcus (drums/zang) en Pat Karwan (sologitaar/zang) in 1967 de eerste bezetting van 1910 Fruitgum Company.
Die naam, wil de legende, komt van een snoepwikkel die Jeckell tussen oude spullen op zijn zolder gevonden heeft. Creatieve breinen achter de groep zijn evenwel twee producers uit New York, Jerry Kasenetz en Jeff Katz. Met hun productiebedrijfje Super K heeft het duo een deal met het kersverse Buddah Records, nadat ze in het voorjaar van 1967 met Little Bit O’Soul van The Music Explosion een Amerikaanse top 10-hit gescoord hebben.
Ook met The Ohio Express halen Kasenatz-Katz in 1967 de hitlijsten. Als Buddah ook nog succesvol is met het naar psychedelische rock neigende Green Tambourine van The Lemon Pipers, is de bubblegum-rage compleet in 1968.
Begin dat jaar is van 1910 Fruitgum Company de single Simon Says verschenen. Het liedje verwijst naar een populair kinderspelletje en Kasenatz-Katz hebben het eerder zonder al te veel succes opgenomen. Het vijftal uit New Jersey, dat liever de kant van de progressieve rock op wil, ziet het liedje eerst niet zitten. Maar als ze in de studio wat sleutelen aan het arrangement en het nummer enigszins modelleren naar de noveltyhit Wooly Bully van Sam The Sham & The Pharaohs, krijgen de producers hun zin en is de eerste Amerikaanse top 10-hit van 1910 Fruitgum Company geboren.
De andere twee, 1-2-3 Red Light (1968) en het later door punkrockiconen The Ramones gecoverde Indian Giver (1969), slaan internationaal beduidend minder aan. De groep is steeds meer verworden tot een speeltje voor hun producers die de originele leden vervangen door inwisselbare studiomuzikanten en -zangers. In 1970 verschijnt een laatste single die qua muziek niets meer met bubblegum van doen heeft.