La Bamba, oorspronkelijk uit 1939, werd via de gelijknamige film in de jaren tachtig ineens wereldberoemd.
Het nummer is te horen in de film over het leven van Ritchie Valens en Los Lobos nam de muziek van de rock’n’roll-artiest opnieuw op. In de film wordt de rol van Valens vertolkt door Lou Diamond Philips.
La Bamba is van oorsprong een traditional en brengt ons terug naar het einde van de jaren dertig waarbij slaven in Noord-Amerika hun heimwee bezingen in het lied. Vaak verwerken ze dan ook hun geboorteplaats in de muziek. Zo ligt Mamamba net over de grens in Mexico en dus werd dat bezongen als La Bamba. Andere tongen beweren dat het eerder is afgeleid van het werkwoord ‘bambolear’, vertaald in ‘al schuddend dansen’.
De eerste opname zou afkomstig zijn van El Jarocho en dat is waarom de stijl wordt bestempeld als Son Jarocho, folkmuziek uit Mexico en dan met name in de omgeving van Veracruz. De brug naar de grootste havenstad van Mexico lijkt te luggen in de tekst “Yo no soy marinero, soy capitan”, vertaald in ‘ik ben geen marinier maar kapitein’. De ‘jarana jarocha’ is de specifieke gitaar die hier wordt gebruikt. De gitaar kenmerkt zich door de smalle vorm en acht snaren. De afgeleide versie is de ‘requinto jarocho’ met vier snaren.
De roots van de Amerikaanse zanger en gitarist Ritchie Valens liggen in Mexico en met Bob Keane zingt hij in 1958 een eerste rockversie van La Bamba. De opname is niet eenvoudig omdat hij geen woord Spaans spreekt en dus leert zijn tante, Erneste Reyes, hem de juiste fonetische klanken aan. Een jaar na de opname komt Valens om het leven als op 3 februari 1959 een vliegtuig, met ook Buddy Holly en The Big Bopper aan boord, verongelukt.
De versie van Los Lobos staat in 1987 op de eerste plaats van de Amerikaanse hitlijst. In ons land komt La Bamba niet verder dan drie weken op nummer 2 als I Just Can’t Stop Loving You (van Michael Jackson) een te sterke nummer 1-hit blijkt.
Meer over de oorsprong lees je op originelehits.nl
