Op 19 oktober 1985 stonden David Bowie en Mick Jagger op nummer 1 met Dancing In The Street. U2 steeg naar nummer 4 met Sunday Bloody Sunday.
De gemene deler van het succes van deze twee hits was Live Aid. Het internationale benefietconcert op 16 juli 1985 werd georganiseerd door Bob Geldof en met de opbrengst moest de hongersnood in Ethiopië worden aangepakt. David Bowie en Mick Jagger hadden het plan om via een satelliet het nummer Dancing In The Street te vertolken, want Bowie was in Londen en Jagger in Philadelphia (VS).
Alleen door de satellieten zou er vertraging ontstaan en daarom werd Dancing In The Street gewoon opgenomen in een studio. Met succes, want het stond twee weken op nummer 1 in de Top 40. Op nummer 4 stond U2 met Sunday Bloody Sunday, dat werd uitgebracht nadat de Ierse band het lied ten gehore bracht op Live Aid.
Een greep uit de Top 40 van 19 oktober 1985
1 (1) DANCING IN THE STREET - David Bowie & Mick Jagger
2 (3) TICKET TO THE TROPICS - Gerard Joling
1985 stond destijds bekend als het jaar waarin de Soundmixshow van Henny Huisman debuteerde op televisie, maar door de jaren heen werd het eerder het debuutjaar van Gerard Joling. De Noord-Hollander werd derde in de finale met zijn vertolking van de nummer 1-hit Crying van Don McLean uit 1980. Wat hij toen nog niet wist, was dat Joling later in 1985 zélf de eerste plaats zou bezetten. Nog niet met zijn debuutsingle Love Is In Your Eyes, want daarmee kwam hij tot nummer 4. Het was de opvolger Ticket To The Tropics die één week op nummer 1 zou staan in 1985. Gerard Joling scoorde daarna nog twee nummer 1-hits, te weten No More Boleros (zes weken op #1 in 1989) en Blijf Bij Mij (met André Hazes, elf weken op #1 in 2007).
4 (9) SUNDAY BLOODY SUNDAY - U2
In 1983 bracht de Ierse band U2 het album War uit, waarvan aanvankelijk alleen New Year’s Day (#11 in 1983) de Top 40 haalde. De track Sunday Bloody Sunday werd niet eens op single uitgebracht, maar was wel populair tijdens concerten van U2. Sunday Bloody Sunday verwijst naar zondag 30 januari 1972 (Bloody Sunday), toen veertien ongewapende burgers in het Noord-Ierlandse werden vermoord door Britse militairen tijdens een demonstratie. Het lied zelf gaat echter niet over politiek, maar over de gevolgen van oorlog voor mensen. In 1985 vertolkte U2 Sunday Bloody Sunday tijdens Live Aid en toen werd het in Nederland alsnog op single uitgebracht. Met succes, want het haalde de derde plaats in de Top 40 en werd daarmee de eerste top 3-hit van U2.
9 (13) SAY I'M YOUR NO. 1 - Princess
Qua artiestennaam leek ze de ultieme tegenhanger van Prince, maar de carrière van Princess was toch beduidend minder koninklijk. Princess is de artiestennaam van de Londense zangeres Desiree Heslop, die halverwege de jaren 80 werd ontdekt door het producersteam Stock Aitken Waterman. Dat trio had eerder in 1985 de top 10-hit You Spin Me Round (Like A Record) van Dead Or Alive geproduceerd en ook Say I’m Your No. 1 van Princess haalde de bovenste tien. Het kwam tot de zevende plaats in de Top 40. De opvolger After The Love Has Gone kwam in 1986 niet verder dan nummer 24 en daarna scoorde Princess geen hits meer. In tegenstelling tot Stock Aitken Waterman, want zij zouden nog een hele waslijst aan wereldhits produceren in de jaren 80 voor Mel & Kim, Bananarama, Rick Astley en Kylie Minogue.
10 (18) (I'LL NEVER BE) MARIA MAGDALENA - Sandra
In 1999 hadden de Vengaboys een internationale hit met We’re Going To Ibiza en in het buitenland viel op dat Ibiza in dat lied niet op de Engelse manier werd uitgesproken, want in het Engels spreek je de naam uit zonder de ‘t’ in het midden. Eenzelfde situatie was er in 1985 met (I’ll Never Be) Maria Magdalena van de Duitse zangeres Sandra. In het Engels heet de leerling van Jezus in het Nieuwe Testament namelijk Mary Magdalene, maar die naam paste niet in het metrum. Daarom werd er voor de Duitse (en toevallig ook Nederlandse) variant Maria Magdalena gekozen. In het Verenigd Koninkrijk flopte deze plaat, maar in verschillende andere Europese landen werd het een nummer 1-hit. Nederland was een van deze landen; in de Top 40 stond Sandra twee weken aan kop in de herfst van 1985.
23 (34) HOLIDAY - Madonna
In 1984 maakte Madonna haar Top 40-debuut met Holiday. Hiermee kwam de toen 25-jarige zangeres tot de elfde plaats, maar met de opvolgers zette Madonna zichzelf definitief op de kaart. Nog in 1984 scoorde Madonna haar eerste top 10-hit, toen Like A Virgin de vierde plaats bereikte. In 1985 volgde een nieuwe top 10-notering met Material Girl (#8) en zelfs een nummer 1-hit met Into The Groove. De status van Madonna veranderde van debutant tot superster en in 1985 werd in de laatste hoedanigheid Holiday opnieuw uitgebracht. Ditmaal was de twaalfde plek de hoogste notering, wat toch wel een indrukwekkende prestatie is. Dat betekent grofweg dat in 1985 ongeveer even veel mensen de single kochten als in 1984, dus bij elkaar was het eigenlijk een dikke hit voor Madonna.
