The House Of The Rising Sun
The Animals

Columbia DB 7301 [UK], [NL]
MGM K 13264 [US]
Eric Burdon is een jaar of tien als hij voor het eerst The House of the Rising Sun hoort, een traditional folksong opgenomen door o.a. Josh White [Metronome Records B 520] in 1944. De melodie blijft in zijn hoofd hangen, maar de tekst zegt hem niet zoveel. Ashley and Foster [Vocalion 2576] zetten dit liedje in 1934 als eerste op de plaat.
Geboren op 11 mei 1941 als Eric Victor Burdon in Walker, Newcastle upon Tyne, een industriestad ten noordoosten van Engeland, ontwikkelt hij op jeugdige leeftijd interesse in de zwarte Amerikaanse muziek. Een koopvaardijbemanningslid dat beneden de familie van Eric woont, neemt vanuit de Verenigde Staten platen van Perry Como en Frank Sinatra mee. Als Eric Burdon op een zekere dag Bloodshot Eyes van Wynonie Harris [King 4461] uit 1951 hoort, gaat hij zich voor de rhythm and blues-muziek interesseren. Hij vraagt zijn buurman of hij de platen van Chuck Berry, Bo Diddley en Wilbert Harrison terug wil brengen.
Het ligt aanvankelijk niet in de bedoeling om van zijn liefde voor de muziek zijn beroep te maken. Eric Burdon gaat naar het college om decorontwerper, kunst en grafisch tekenen te studeren. Gefrustreerd omdat hij geen werk kan vinden in de televisie- en filmindustrie besluit hij ten slotte als professioneel zanger verder door het leven te gaan.
Alan Price ziet het levenslicht op 19 augustus 1941 in Fairfield in het graafschap Durham in de Engelse regio North East England. Als Alan Price elf is, krijgt hij een ziekte waardoor hij voor bijna een jaar niet naar school kan gaan. Hij besteedt de tijd om op grootmoeders piano te leren spelen. Een vroege interesse voor jazz leidt tot skiffle-muziek welke hem naar de rock-‘n-roll brengt. Rond 1960 is The Alan Price Combo inclusief sologitarist Hilton Valentine, bassist Bryan "Chas" Chandler en drummer John Steel een populaire attractie in de Newcastle-clubs.
Eric Burdon sluit zich in 1962 aan bij een combo, The Pagans genaamd. De bezetting die The House of the Rising Sun gaat opnemen, is nu compleet. Een volksmythe is dat hun publiek de groep "animals" noemt en dat resulteert in de naamsverandering. Eigenlijk zijn Eric Burdon en John Steel randfiguren van een lokale bende geleid door een doorgeflipte veteraan die zichzelf Animal Hog noemt. Hij is een symbool van oproer tegen de jongens en zij lenen zijn naam voor de groep.
The Animals hebben een achterban opgebouwd in Newcastle's club à Gogo en nemen een ep met 4-track op. Ze persten er vijfhonderd exemplaren van, die allemaal hun weg vinden. Platenproducer Mickie Most ziet hen in Newcastle en dringt erop aan dat ze naar Londen moeten verhuizen. Hij biedt hen een baan aan als de openings-act voor Chuck Berry's United Kingdom-tour en als contrapunt van Berry's rock-'n-roll besluiten ze de langzame, bluesy The House of the Rising Sun in hun act op te nemen. Bob Dylan heeft van dit oud volksliedje al een verfijnde versie opgenomen met dubbelzinnige teksten en The Animals gebruiken deze opname als leidraad.
Mickie Most tekent een contract met de groep bij EMI's Columbia-label. Terwijl Chuck Berry in Luton speelt, zetten The Animals hun instrumenten in de trein van British Rail en gaan naar Londen om The House of the Rising Sun in de Kingsway-studio op te nemen. In twee takes staat het liedje op de band. Columbia wil de song aanvankelijk niet op single uitbrengen omdat het langer dan vier minuten duurt. Het is een vloek voor de strak geprogrammeerde radiostations.
Daarom wordt de eerste single-release Baby, Let Me Take You Home gebaseerd op een bluesnummer getiteld Baby, Don't You Tear My Clothes, dat ook wordt opgenomen door Bob Dylan. Als de single de Britse Top 30 haalt, kan Mickie Most platenmaatschappij EMI overtuigen dat de opvolger The House of the Rising Sun moet worden.
De single komt op 25 juni 1964 binnen in de Britse hitparade en klimt in z'n derde week op 9 juli 1964 naar de eerste plaats. Hij staat slechts één week bovenaan. Hierdoor wordt It's Over van Roy Orbison van de eerste plaats verdrongen.
The House of the Rising Sun maakt op 8 augustus 1964 zijn entree als klapper van de week op zestig in de Billboard Hot 100 en strijkt vier weken later op 5 september 1964 op de best verkochte positie neer. Hij staat drie weken aan de top. Hiermee verdringt de single Where Did Our Love Go van The Supremes van de eerste plaats. Het is hun enige nummer 1-hit in zowel Engeland als in de Verenigde Staten.
In Nederland haalt The House of the Rising Sun in de hitlijst van Muziek Parade de vierde plaats. Op de B-kant van deze single staat Talkin' ‘Bout You, een compositie van Ray Charles. De originele uitvoering is terug te vinden op het album Do the Twist! van Ray Charles uit 1960.
De tekst van The House of the Rising Sun, althans delen ervan, gaat volgens sommige bronnen terug tot de 18e eeuw en de melodie zou zijn afgeleid van 18e, of zelfs 17e-eeuwse Engelse folk. Er zijn veel speculaties gedaan met betrekking tot de House of the Rising Sun. Als het nummer wereldfaam krijgt, wil menigeen weten waar het beroemde bouwwerk in New Orleans staat.
Bij opgravingen in Conti Street, midden in het French Quarter, stuiten archeologen op de resten van een tweetal hotels. Het meest recente werd in 1828 gebouwd en brandde af in 1887. Daaronder echter vindt men de restanten van een tweede hotel, bekend als het Rising Sun Hotel. Veertien jaar na de bouw in 1808 ging het in vlammen op.
Intrigerend, zo zeggen de archeologen, is de vondst van enorme hoeveelheden drank en veel potten met make-up. Een vingerwijzing dat het hotel meer geweest moet zijn dan alleen een plaats om te overnachten. In de regel werd gedacht aan een bordeel, waar jonge meisjes uit geldgebrek hun lichaam verkochten. Daarbij komt het team onderzoekers een advertentie uit een lokale krant op het spoor waarin het Rising Sun Hotel zichzelf aanprees met "het beste entertainment en dienstwillig personeel", de gebruikelijke manier om een huis van plezier te omschrijven.
Niet iedereen is overtuigd dat dit het huis uit het liedje is, het kan net zo goed een vrouwengevangenis zijn geweest. Precies in het midden zat een vrij groot rond raam, waar de "rijzende zon" mee bedoeld werd. Voorlopig zal de mythe dus nog wel even voortbestaan.
Na de eerste Amerikaanse tournee realiseert Alan Price zich dat hij vliegangst heeft en verlaat de groep. Hij stelt The Alan Price Set samen, houdt zich op met Bob Dylan en verschijnt in zijn film Don't Look Back. Ook schrijft hij de filmmuziek voor de bioscoopfilm O Lucky Man!
Na het opnemen van de single Inside Out geeft John Steel de pijp aan Maarten, daarna werpt Chas Chandler de handdoek in de ring en de groep wordt officieel ontbonden.
Chas Chandler is de man die Jimi Hendrix ontdekt in een Greenwich Village-club, de Cafe Wha? in Manhattan (New York City) en naar Engeland haalt. Later maakt Chas Chandler van Slade een topgroep waarvan hij twaalf jaar de manager is.
Eric Burdon stelt een nieuwe bezetting van The Animals samen en continueert het opnemen van platen met hits als Help Me Girl en San Franciscan Nights. In de nieuwe Animals zit ook Andy Summers van de toekomstige groep The Police.
In 1969 loopt Eric Burdon een zwarte Amerikaanse groep met de naam Nite Shift tegen het lijf. Hij doopt hun naam om in War waarmee hij in 1970 met Spill the Wine in de Hot 100 een top 3-hit scoort. Enkele originele leden van The Animals komen in de jaren zeventig, tachtig, negentig en in het nieuwe millennium geregeld bij elkaar voor reünieconcerten.
Chas Chandler overlijdt op 17 juli 1996 na een ziekbed van een paar maanden in een ziekenhuis in Newcastle in Engeland aan een hartaanval. Op 22 juli 1996 wordt de ex-scheepsbouwkundige in Newcastle begraven. Slade-zanger Noddy Holder houdt een geëmotioneerde toespraak. Onder de aanwezigen zijn oud-Animals Hilton Valentine en John Steel, Roy Wood van The Move en James Al Hendrix, de 77-jarige vader van Jimi Hendrix. Bryan "Chas" Chandler is 57 jaar geworden.
Bronnen:
The Billboard Book of Number 1 Hits - Fred Bronson ISBN: 0-8230-7677-6
The Originals - Arnold Rypens ISBN: 90-76695-02-4
Trivia
1934: Ashley and Foster [= Tom Clarence Ashley & Gwen Foster] getiteld Rising Sun Blues; B-kant van East Virginia Blues
[Vocalion 02576]
{opgenomen op 6 september 1933}
Cover-versies:
1935: Homer Callahan getiteld Rounder’s Luck
[Melotone 6-02-59]
{opgenomen op 11 april 1935}
1938: Roy Acuff and his Smoky Mountain Boys getiteld The Rising Sun
[Vocalion 04909]
1941: Almanac Singers op de LP: Sod-Buster Ballads
[General Records G-21]
{78 rpm-set}
1942: Libby Holman (Blues Singing with Guitar, Accompaniment by Josh White)
[Decca 18306]
1942: Joshua White; B-kant van Evil Hearted Man
[Keynote Recordings K 542]
1944: Leadbelly getiteld In New Orleans; B-kant van (Black Gal) Where Did You Sleep Last Night?
[Musicraft 312]
1947: Esco Hankins getiteld The Rising Sun
[King 650]
1957: Glenn Yarbrough op de LP: “Here We Go Baby!”
[Elektra EKL 135]
1959: Lonnie Donegan and his Skiffle Group op de LP: Lonnie Rides Again
[Pye NPL 18043]
1959: Andy Griffith op de LP: Andy Griffith Shouts the Blues and Old Timey Songs
[Capitol Records T-1105]
1959: The Weavers op de LP: Travelling on with the Weavers
[Vanguard VSD 2022]
1960: Joan Baez (accompanying herself on the guitar, Fred Hellerman, 2nd guitar) op de LP: Joan Baez
[Vanguard VSD-2077]
[n°15 US album-hit in 1962]
1960: Charlie Byrd Trio op de LP: The Guitar Artistry of Charlie Byrd
[Riverside RLP 9451]
1961: Esco Hankins getiteld The Rising Sun op de LP: Country Style
[Audio Lab/King Records AL-1547]
1961: Carolyn Hester op de LP: Carolyn Hester
[Tradition Records TLP 1043]
1962: Tossi Aaron op de LP: Tossi Sings Folk Songs and Ballads
[Prestige International PR-INT 13027]
1962: Bob Dylan op de LP: Bob Dylan
[Columbia CS 8579]
1962: Hugh Masekela op de LP: Trumpet Africaine: The New Beat from South Africa
[Mercury Records SR 60797]
1962: Nina Simone (Recorded live at the Village Gate, New York on April 1961) op de LP: Nina Simone at the Village Gate
[Colpix Records CP 421]
1963: Hoyt Axton op de LP: Thunder ‘N Lightnin’
[Horizon Records WS-1613]
1963: Marie Laforêt (Accompagnement: Jacques Igelin) op de EP Blowin’ in the Wind
[Disques Festival FX 45 1353]
1963: The Sundowners; B-kant van Baby Baby
[Piccadilly 7N 35142]
1964: The Cousins getitled Le pénitencier {Franse versie}
[Palette PB 40.209]
1964: Jack Elliott op de LP: Jack Elliott
[Vanguard VSD 79151]
1964: Marianne Faithfull (Music Director: David Whitaker); B-kant van Blowin’ in the Wind
[Decca F. 12007]
1964: Johnny Hallyday Avec Eddie Vartan et son orchestre getiteld Le Pénitencier op de EP Le Pénitencier {Franse versie}
[Philips 434.955 BE]
[n°1 hit in Frankrijk]
1964: Miodrag Jevremović getiteld Kuća izlazećeg sunca op de EP 18 Žutih Ruža {Kroatische versie}
[Jugoton EPY-3436]
1964: Billy Strange op de LP: The James Bond Theme - Walk, Don’t Run, ‘64
[G.N.P. Crescendo GNPS 2004]
[n°135 US album-hit]
1964: The Supremes op de LP: A Bit of Liverpool
[Motown MT-623]
[n°21 US album-hit]
1964: The Typhoons
[Embassy WB 642]
1964: Dave Van Ronk op de LP: Just Dave Van Ronk
[Mercury Records SR-60808]
1964: The Ventures op de LP: Walk, Don’t Run, Vol. 2
[Dolton Records BST 8031]
[n°17 US album-hit]
1965: Roy Acuff getiteld The Rising Sun; B-kant van Life to Go
[Hickory 45-1316]
1965: The Barbarians op de LP: Are You a Boy or Are You a Girl
[Laurie SLP 2033]
1965: The Brothers Four op de LP: The Honey Wind Blows
[Columbia CS 9105]
[n°118 US album-hit]
1965: Donald Byrd (Arranged & Conducted by Claus Ogerman) op de LP: Up With Donald Byrd
[Verve Records V6-8609]
1965: Duane Eddy op de LP: Duane Eddy Does Bob Dylan
[Colpix Records SCP 494]
1965: Marianne Faithfull op de LP: Come My Way
[Decca LK.4688]
[n°12 UK album-hit]
1965: The Gants op de LP: Road Runner
[Liberty LST-7432]
1965: I Marcellos Ferial getiteld La casa del sole {Italiaanse versie}
[Durium CN A 9149]
[n°6 hit in Italië]
1966: The Pozo-Seco Singers Featuring I’ll Be Gone op de LP: “Time”
[Columbia CS 9315]
[n°127 US album-hit]
1966: The Uniques op de LP: Uniquely Yours
[Paula LP 2190]
1967: The Everly Brothers op de LP: The Hit Sound of the Everly Brothers
[Warner Bros. WS 1676]
1967: Tim Hardin op de LP: This Is Tim Hardin
[Atco Records SD 33-210]
1967: Udo Jürgens (Orchester Robert Opratko) op de LP: “Was ich dir sagen will”
[Ariola 76 711 IU]
1967: Henry Mancini op de LP: Mancini ‘67: The Big Band Sound of Henry Mancini
[RCA Victor LSP-3694]
[n°65 US album-hit]
1967: Herbie Mann (Arranged & Conducted by Roy Glover) op de LP: The Glory of Love
[A&M Records SP-3003]
[n°151 US album-hit]
1967: Trudy Pitts op de LP: These Blues of Mine
[Prestige PRST 7538]
1968: James Last op de LP: Piano à gogo
[Polydor 249 165]
1968: N. Maeda - J. Inagaki And The All Stars op de LP: This Is Jazz-Rock
[EMI-Columbia YS-10036-J]
1968: Catherine McKinnon getiteld Rising Sun op de LP: Both Sides Now
[Arc AS 777] {Canadese persing}
1968: Jerry Reed op de LP: Alabama Wild Man
[RCA Victor LSP 4069
1969: The Chambers Brothers op de LP: Feelin’ the Blues
[Vault SLP 128]
1969: Tim Hardin op de LP: Tim Hardin 4
[Verve Forecast FTS-3064]
1969: Nat Stuckey op de LP: Keep ‘em Country
[RCA Victor LSP-4123]
1970: Mike Auldridge op de LP: Dobro
[Takoma TAK 7033]
1970: Frijid Pink
[Deram DM.R.288]
[n°4 UK-hit]
[Parrot 45-PRT-341]
[n°7 US-hit]
1970: Waylon Jennings op de LP: Don’t Think Twice
[A&M SP-4238]
1970: Conway Twitty op de LP: To See My Angel Cry/That’s When She Started to Stop Loving You
[Decca DL 75172]
1973: Jody Miller
[Epic 5-11056]
[n°41 US-Easy Listening-hit]
1974: Jody Miller op de LP: House of the Rising Sun
[Epic KE 32569]
1974: The Walkers op de LP: Family Reunion
[Killroy KSP 16904]
1975: Leslie West op de LP: The Great Fatsby
[Phantom BPL1-0954]
[n°168 US album-hit]
1976: Idris Muhammad (Arranged and Adapted by David Matthews) op de LP: House of the Rising Sun
[Kudu KU-27 S1]
1976: Waylon Jennings op de LP: Waylon Live
[RCA APL1-1108]
{live-opname, opgenomen in 1974 in Dallas en Austin, Texas}
1977: Santa Esmeralda getiteld The House of the Rising Sun + Quasimodo Suite
[Philips 6042 355]
1978: Santa Esmeralda
[Casablanca Records NB 913]
[n°78 US-hit]
1978: The Hiltonaires op de LP: Hits for Young People 15
[Europa 111 871.4]
1978: Vicky Leandros op de LP: Ich bin ein Mädchen
[CBS 82 695]
1978: Fausto Papetti getiteld La casa del sole op de LP: 26a Raccolta
[Durium MSAI 79773 97]
1980: Dolly Parton op de LP: 9 to 5 and Odd Jobs
[RCA Victor AHL1 3852]
[n°11 US album-hit]
1980: Alan Price
[Jet Records JET 177]
1980: Alan Price op de LP: Rising Sun
[Jet Records JETLP 22]
1981: Dolly Parton
[RCA PB-12282]
[n°77 US-hit]
1987: Buster Poindexter op de LP: Buster Poindexter
[RCA 6633-1-R]
[n°90 US album-hit]
1987: Hank Williams, Jr. op de LP: Hank Live
[Warner Bros./Curb Records 25538-1]
[n°71 US album-hit]
{live-album, opgenomen van 28 juni t/m 19 september 1986 in Mid South Coliseum, Memphis, Tennessee; Starwood Amphitheatre, Nashville Memphis, Tennessee; Memorial Stadium, Charlotte, North Carolina; Irvine Meadows Amphitheatre, Irvine California; Concord Pavilion, Concord, California}
1990: Tracy Chapman op de CD: Rubaiyat: Elektra’s 40th Anniversary
[Elektra 9 60940-2]
[n°140 US album-hit]
1995: Volker Rosin und die Lolly Pops getiteld Pedro op de CD: Oldies für Kinder {Duitse versie}
[Sammel-Lab 3925079408]
2001: Alejandra Guzmán getiteld La casa del sol naciente op de CD: Dame tu amor {Spaanse versie}
[Fonovisa TFM 3373]
2006: Jam (Human Spirit) getiteld Les portes du penitencier op de CD: Il est cinq heures, Kingston s’eveille... {Franse versie}
[Makafresh MKF 03]
2008: Pooh getiteld La casa del sole op de CD: Beat Regeneratio {Italiaanse versie}
[Atlantic 505144263712]
2011: Lââm getiteld Les portes du penitencier op de CD: Au cœur des hommes {Franse versie}
[Heben Music 83451226220]
Artiest
Titel
The House Of The Rising Sun
Lengte
4:29
Componist(en)
trad.; bew. Alan Price
Producer(s)
Mickie Most
Titel B-kant
Talkin' ‘Bout You
Platenlabel
EMI Columbia
Catalogusnr
DB 7301
Album
The Animals [US]
Songtekst
There is a house in New Orleans
They called the Rising Sun
And it's been the ruin of many a poor boy
And God I know I'm one
My mother was a tailor
She sewed my new blue jeans
My father was a gambling man
Down in New Orleans
Now the only thing a gambler needs
Is a suitcase and a trunk
And the only time he's satisfied
Is when he's on a drunk
Oh mother tell your children
Not to do what I have done
Spend your lives in sin and misery
In the house of the rising sun
Well I got one foot on the platform
*The other foot on the train
I'm goin' back to New Orleans
To wear that ball and chain
Well there's a house in New Orleans
They called the Rising Sun
And it's been the ruin for many a poor boy
*And God I know I'm one