Wat 'n Spreker Is Die Man

{transcribed by Adri Verhoef, 26-6-1999}

[chorus]: [2x]
Wat een spreker is die man, wat een spreker is die man,
Da's een man die ouwehoeren kan.
Wat een spreker is die man, wat een spreker is die man,
Da's een man die alles kan.

Een man in een café met te veel borrels op,
Die zeurt van lieverlee de oren van je kop,
En denkt dan heel de kroeg: Nou duurt het lang genoeg,
Zeg: Man, je bent geweldig, maar zeg het wel te vroeg:

Ik vind, ik vind, zeg weet je wat ik vind?

[chorus] [2x]

Het ene kamerlid, dat is weer aan de beurt,
De andere, die zit tot hij is uitgezeurd.
Ga allen tegen 1 en zeg 'm maar meteen,
Zeg: Man, je bent geweldig, maar zeg d'r dwars doorheen:

Ik vind, ik vind, zeg weet je wat ik vind?

[chorus] [2x]

De inspraak is heel best, ja dat beaam ik grif,
Maar al dat nieuw gezwets behoeft wat tegengif.
Spreekt iemand weer verward, ga dan meteen van start,
Zeg: Man, je bent geweldig, maar zeg het wel te hard:

Ik vind, ik vind, zeg weet je wat ik vind?

[chorus] [2x]