Duik met ons mee in de tijdmachine en ga mee terug naar een Top 40 uit het verleden. We lichten verschillende tracks uit, waaronder de nummer 1, de snelste stijger en een nieuwkomer. Deze week gaan we terug naar de Nederlandse Top 40 van 10 september 1983.
Ryan Paris en Righeira zetten italo-hits op 1 en 2
Een primeur op 10 september 1983: voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse Top 40 stond er een Italiaan op nummer 1, al zou je dat bij het horen van zijn naam niet zeggen: Ryan Paris. Dolce Vita veerde mee op de populariteit van die de italo-stroming op dat moment had. De muziek was eind jaren 70 een nieuwe stroming in de disco en maakt gebruik van drummachines en synthesizers. Via onder anderen La Bionda en Giorgio Moderer verschenen de eerste italo-hits in de Top 40, maar in 1983 was het hek pas echt van de dam, via de stroom aan nummers van acts als Fun Fun, Gazebo, P. Lion en Righeira. Die laatste act steeg deze week in 1983 van 5 naar 2 met Vamos A La Playa en landde dus vlak achter stijlgenoot Ryan Paris. Nog in de tijd voordat Gazebo een succes scoorde met I Like Chopin, hoorde Ryan al hoe het nummer zich ontwikkelde door toevoegingen van zijn toetsenist Pierluigi Giombini. Die laatste had er al voor gezorgd dat de zanger een switch maakte van het Italiaans naar het Engels. Dolce Vita, een lied over ‘het lieve leven’, sloeg in als een bom en maakte van Ryan in 1983 voor even een superster.
Dolce Vita van Ryan Paris
Vamos A La Playa van Righeira
Monyaka en Robert Plant stegen het snelst
Deze week in 1983 kende de Top 40 twee snelste stijgers, want zowel Go Deh Yaka van de Amerikaanse reggaeband Monyaka (van 23 naar 9) steeg 14 plekken als Big Log van Robert Plant (van 31 naar 14). Monyaka is swahili voor ‘geluk’ en werd al in 1974 opgericht onder de naam Soul Supersonics door zanger en gitarist Errol Moore. De leden waren vooral van Jamaicaanse afkomst. In het begin was de groep vooral een sessiegroep voor andere reggaeartiesten, maar dat veranderde toen de mannen in 1977 hun eigen label Hevyaka oprichtten. De eerste releases leverden nog geen grote hits op, maar in 1983 was het raak met Go Deh Yaka, dat deze week dus een zeldzame top 10-hit werd voor Monyaka.
Big Log was voor gewezen Led Zeppelin-frontman Robert Plant de eerste single van zijn op 15 juli verschenen tweede soloalbum The Principle Of Moments. De track werd midden in de winter bij een vuurtje geschreven. "Ik was aan het klooien met de TR-808 drumcomputer en bedacht het drumpatroon en het handgeklap,” herinnerde Jezz Woodroffe, die meeschreef aan het nummer, zich in een interview. “Gitarist Robbie Blunt kwam aan, vond de groove leuk en al heel snel daarna hadden we de hoofdakkoorden. De middelste acht kwamen van mijn Godwin string synthesizer en Robbie bedacht het spookachtige thema.”
Go Deh Yaka van Monyaka
Big Log van Robert Plant
Human Nature schiet van 33 naar 23
Michael Jackson steeg op 10 september 1983 van 33 naar 23 met Human Nature, dat alweer de vijfde single was van zijn succesvolle album Thriller. Human Nature is geschreven door Steve Porcaro van de groep Toto en John Bettis in 1981. Het nummer gaat over een man die zich afvraagt of hij wordt behandeld als individu, of als deel van de gemeenschap. Het grootste deel van het ritme wordt gespeeld door leden van Toto. Het nummer zou zijn gebaseerd op een gesprek tussen Steve Porcaro en zijn dochter Heather, nadat zij door een jongen was geslagen. Steve zou hebben gezegd: "Hij vindt je waarschijnlijk leuk. Het is nu eenmaal natuurlijk." Iets lager in de lijst behandelt America een heel ander thema in hun The Border. Zij zingen over een man die voor middernacht bij de grens moeten zijn om het meisje waaar hij het meest van houdt in de armen te sluiten. Het nummer steeg deze week in 1983 van 26 naar 24.
Human Nature van Michael Jackson
The Border van America
André van Duin was het hoogst nieuw
André van Duin bleef deze week UB40 net voor als hoogste binnenkomer in de Top 40. De Heidezangers / De Konsnert Zangeres was nieuw op 25, terwijl de Britten met Red Red Wine op 27 binnenvielen. De Heidezangers is gebaseerd op (Oh Baby Mine) I Get So Lonely uit 1953, bekend geworden door The Four Knights. In 1983 was André al koning van de stemmetjes, zoals al te horen was bij de Dik Voor Mekaar Show en in Te Land, Ter Zee En In De Lucht. De stemmen van de drie heidezangers op de gelijknamige hit zijn alle van hem afkomstig, afgetopt met de nodige Van Duin-humor. Ook Red Red Wine van UB40 was een cover: Neil Diamond bracht die song in 1967 uit als single van zijn tweede studioalbum Just For You. In ons land bereikte Tee Set-zanger Peter Tetteroo er in 1968 de zesde plaats mee in de Nederlandse Top 40. De versie van UB40 was niet gebaseerd op het origineel van Neil Diamond, maar op de reggaeversie van zanger Tony Tribe, die in 1969 de 46e plek in de Official Chart van de UK bereikte.
De Heidezangers / De Konsnert Zangeres van André van Duin
Red Red Wine van UB40
Sergio Mendes daalt van 27 naar 37
De Braziliaan Sergio Mendes stond op verlies op 10 september 1983. De zanger verloor tien plaatsen en kwam met Never Gonna Let You Go terecht op 37. De track, geschreven door het koppel Cynthia Weil en Barry Mann, was flink in trek. Dionne Warwick nam een versie op en zette dat op haar in 1982 verschenen album Friends In Love en ook Stevie Woods zong een versie in voor zijn eveneens in dat jaar verschenen album The Woman In My Life. Toch was Sergio ‘Mas Que Nada’ Mendes de lachende derde, want hij scoorde er een wereldwijde hit mee. Het was zijn eerste in Nederland, want Love Me Tomorrow (1977) en Scarborough Fair (1969) kwamen niet verder dan de Tipparade. Voor Sergio was Never Gonna Let You Go nodig voor zijn titelloze album: “Alle andere nummers op het album waren vrolijk en feestelijk. Ik had een ballad nodig, gewoon om het tempo een beetje te veranderen.” Joe Pizzulo en Leeza Miller zongen Never Gonna Let You Go in.
De Top 40 van 10 september 1983 kun je een week lang beluisteren op Spotify. Je kunt 'm hier bekijken.