Barry Manilow schreef het, Giorgio Moroder produceerde het, maar Donna Summer maakte Could It Be Magic helemaal af.
Nummer 2-hits zijn er in alle soorten en maten. Sommige zijn inmiddels bijna vergeten, andere hebben een allertijdenstatus weten te verwerven, ondanks dat ze niet de felbegeerde nummer 1-positie in de Nederlandse Top 40 wisten te behalen.
Op 17 mei 2012, deze week alweer 10 jaar geleden, overleed Donna Summer op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker. LaDonna Adrian Gaines, zoals ze echt heette (Summer vernoemd naar haar toenmalige echtgenoot, de Oostenrijkse acteur Helmuth Sommer) werd The Queen Of Disco genoemd. Beïnvloed door gospel, maar groot geworden in de disco en R&B, was ze één van de populairste zangeressen wereldwijd. In ons land scoorde ze 25 Top 40 hits, waarvan ruim de helft in de jaren 70. Haar nummer 1-hits (I Feel Love en State Of Independence), maar ook Last Dance en Hot Stuff zijn klassiekers in haar genre. Met een Barry Manilow liedje had ze in 1976 bijna haar eerste nummer 1-hit gehad.
Donna Summer was in 1976 inmiddels internationaal doorgebroken. Met het gedurfde Love To Love You behaalde ze eind 1975 de tweede plaats in de Amerikaanse hitlijst van Billboard. Deze sensuele hit heeft haar de bijnaam The First Lady of Love opgeleverd en had wat wel wat raakvlakken met Je T'aime... Moi Non Plus. Haar platenlabel Cassablanca moedigde de zangeres en producer Giorgio Moroder aan om de sensuele kant in stand te houden. Hier voelde Donna zich uiteindelijk toch ongemakkelijk bij. Op haar derde album A Love Trilogy zong ze lange erotische disconummers. Try Me I Know We Can Make It was in drie delen opgebouwd en besloeg één kant van het album. De eerste single van dit album was Could It Be Magic, een cover van een Barry Manilow nummer, dat hij met enkele sessiemuzikanten (genaamd Featherbed) had opgenomen. Manilow liet zich inspireren door Chopins Prelude in C minor, Opus 28, Number 20.
De uitvoering van Featherbed werd geproduceerd en gearrangeerd door Tony Orlando. Manilow was allerminst tevreden over het resultaat en de single werd ook geen hit. Barry Manilow nam een nieuwe, langzamere versie op voor zijn debuutalbum in 1973 en paste de tekst aan. In 1975 werd Manilows eerste album opnieuw uitgebracht en met een radiovriendelijke versie van Could It Be Magic haalde hij in augustus van dat jaar de Amerikaanse top 10.
In april 1976 werd Could It Be Magic bij ons Alarmschijf, maar dan wel in de disco-versie van Donna Summer. De single stond binnen 5 weken op nummer 2 in de Nederlandse Top 40, achter Sweet Love van Ferrari. Het was haar tweede nummer 2-hit. Ten tijde van haar eerste (nummer 2-)hit The Hostage, uit 1974, was ze internationaal nog niet bekend en woonde ze in München. Hier ontmoette ze haar eerste producer Giorgio Moroder. Haar eerste optreden in het satirische popprogramma Van Oekel’s Discohoek (een persiflage op Toppop, met Dolf Brouwers als presentator) betekende haar doorbraak in Nederland. Dit was te danken aan muziekondernemer Ton van den Bremer. Hij wordt beschouwd als de grote motor achter de successen van Donna Summer in Europa. The Hostage piekte op nummer 2 toen de laatste Top 40 op zeezender Veronica werd uitgezonden op 31 augustus 1974.
Could It Be Magic werd uiteindelijk haar grootste hit in de Nederlandse Top 40. Het verzamelde meer punten in de chart-run dan het invloedrijke I Feel Love. De single bereikte in Engeland maar net de Top 40, terwijl deze in de VS niet eens gehaald werd.
Ondanks het succes van Could It Be Magic in ons land haalde A Love Trilogy niet de Nederlandse album-hitlijst. Barry Manilow zong in zijn versie over zangeres Melissa Manchester. Donna zong in plaats daarvan over “sweet Peter, angel of my lifetime”, als een ode aan haar toenmalige vriend Peter Mühldorfer.
Tien jaar later nam Rob de Nijs een Nederlandstalige versie op van Could It Magic: Ontmoeting. Gerard Stellaard bewerkte het tot een jaren 80-popballade en het werd hertaald door Belinda Meulendijk. Robs versie bereikte in november 1986 nummer 27 in de Nederlandse Top 40.
In februari 1993 verscheen er een uitbundige boyband-versie van Take That. Dit was één van hun eerste singles. Van alle covers van Could It Be Magic kwam hun versie als enige in de Britse top 10. Bij ons kwam het niet verder dan de Tipparade.
Donna Summer werkte behalve met Giorgio Moroder (I Feel Love) ook met Quincy Jones (State Of Independence) en Stock Aitken & Waterman (This Time I Know It’s For Real).
In de laatste jaren van haar leven leidde de zangeres een teruggetrokken bestaan. In de periode van de terroristische aanslagen in 2001 in New York bewoonde zij een appartement vlakbij de Twin Towers. Er wordt geopperd dat de reden van haar overlijden te maken zou kunnen hebben met het inademen van tijdens de ramp vrijgekomen asbeststof.
Een week na haar dood werd niet Could It Be Magic, I Feel Love, of State Of Independence haar meest gedownloade hit op iTunes, maar Last Dance. De Nederlandse Top 40 wist zij postuum niet meer te halen. In 2020 maakte de Noorse dj Kygo een remix van Hot Stuff met haar zangvocalen, maar deze versie bleef steken in de Tipparade.
Donna Summer was een unieke zangeres en ze had een unieke status in ons land, waar haar succes begon. Dankzij I Feel Love zou de dansvloer nooit meer hetzelfde zijn.
Could It Be Magic stond op 29 mei 1976 een weekje op nummer 2 achter Sweet Love van Ferrari.