Vrijdagmiddag is de Britse bassist Cliff Fish overleden. In de jaren 70 stond hij als lid van de groep Paper Lace met drie hits in de Top 40, waaronder de top 3-hits The Night Chicago Died en We Got The Whole World In Our Hands. Cliff overleed in zijn huis op Cyprus aan de gevolgen van kanker. Hij is 73 jaar geworden.
Het verdrietige nieuws werd zondagochtend bekendgemaakt door Cliffs echtgenote Elaine en hun zonen Jon en Rob. "De afgelopen twee jaren zijn erg moeilijk geweest, maar Cliff ging de uitdagingen van kanker moedig aan en haalde zover hij kon alles uit het leven, tot het bittere einde," schrijven zij op Facebook. "Iedereen die Cliff kende, zal altijd weten wat een lief, zorgzaam, vrolijk, mooi, oprecht persoon hij was en wat een plezier het was om tijd door te brengen in zijn gezelschap. Hij was niet alleen een getalenteerde muzikant, hij maakte een succes van alles waar hij aan begon in zijn leven en was al die tijd ook een toegewijde echtgenoot, vader en grootvader. Cliffs overlijden heeft on onvoorstelbare leegte in onze levens achtergelaten en zijn familie en vrienden zullen altijd onvoorwaardelijk van hem blijven houden." Elaine, Jon en Rob bedanken het Cypriotische zorgstelsel en met name Dr. Evangelia en zuster Rachel, voor de goede zorg die zij de afgelopen twee jaar verleend hebben. De familie gaat binnenkort voorbereidingen treffen om het leven van Cliff in het Verenigd Koninkrijk te vieren. Details hierover plaatsen ze op Facebook.
Cliff werd op 13 augustus 1949 als Clifford Victor Fish geboren in het Engelse dorp Ripley, ten noordwesten van Nottingham. In 1967 richtte hij samen met zanger en drummer Phil Wright de groep Music Box op. Uit die groep ontstond twee jaar later de nieuwe groep Paper Lace. Die groepsnaam was een verwijzing naar de stad Nottingham. Lace is namelijk het Engelse woord van 'kant' en in Nottingham werd vroeg veel kant geproduceerd. In 1971 verscheen You Can't Touch Me, de eerste single van Paper Lace, en in 1972 lag het debuutalbum First Edition in de winkel. Op 5 juli van dat jaar was de groep overigens ook al in het Nederlandse muziekprogramma Eddy Ready Go te zien, maar hitsucces bleef voorlopig uit.
In 1973 werd de groep definitief ontdekt dankzij de talentenjacht Opportunity Knocks. Het songwritersduo Mitch Murray en Peter Callander, dat eind jaren 60 de top 5-hit The Ballad Of Bonnie And Clyde voor Georgie Fame had geschreven, bood de groep een nieuw nummer aan: Billy-Don't Be A Hero. In Nederland strandde dit nummer in de Tipparade, maar in eigen land scoorden ze met deze single een nummer 1-hit. Het was de bedoeling dat dit nummer ook in Amerika zou worden uitgebracht, maar de groep Bo Donaldson and The Heywoods was ze voor met een coverversie. De oorspronkelijke versie van Paper Lace werd net iets later uitgebracht dan die van Bo Donaldson. Terwijl de coverversie in juni 1974 twee weken op nummer 1 stond in Amerika, kwam Paper Lace niet verder dan de 96e plaats.
Kort daarna kon de groep zich revancheren. De opvolger The Night Chicago Died, die een fictief verhaal over Al Capone beschrijft, werd snel uitgebracht en deze keer bereikte Paper Lace zelf de eerste plaats in Amerika. In Nederland lukte dit net niet. Dankzij The Night Chicago Died maakte de groep wel zijn Top 40-debuut, maar de single werd van de eerste plaats gehouden door Sugar Baby Love van The Rubettes. In eigen land bereikte dit nummer de derde plaats. Billy-Don't Be A Hero en The Night Chicago Died waren allebei te vinden op album ...And Other Bits Of Material.
Na dit album had de groep nog een bescheiden hit met The Black Eyed Boys, maar het grote succes was voorbij. Er waren verschillende bezettingswisselingen binnen de groep, maar Cliff Fish en Phil Wright bleven de vaste kern. In 1975 beëindigde de groep zijn samenwerking met de songwriters Mitch Murray en Peter Callander en verhuisde de groep naar een ander label.
In 1978 scoorde de groep nog één laatste hit met We Got The Whole World In Our Hands. Deze samenwerking met de Engelse voetbalclub Nottingham Forest bereikte in het voorjaar van 1978 de 24e plaats in de Britse hitparade. Anderhalf jaar later werd dit nummer in ons land uitgeroepen tot Alarmschijf, waarna het in december 1979 de derde plaats in de Top 40 bereikte. We Got The Whole World In Our Hands was een bewerking van het gospelklassieker He's Got The Whole World In His Hands. In de cover van Paper Lace werd echter niet God geëerd, maar de spelers van Nottingham Forest en hun legendarische trainer Brian Clough. In de periode dat dit nummer een hit was, deed Nottingham Forest het heel goed in de Europacup I. Zowel in 1979 als in 1980 won de club de finale. Er was destijds ook even sprake van AZ '67 een cover van We Got The Whole World In Our Hands voor de Nederlandse markt zou opnemen, maar dit is uiteindelijk niet doorgegaan.
In 1980 ging Paper Lace uit elkaar. In 1983 bliezen twee oud-leden Paper Lace nieuw leven in, maar bij deze reünie waren Cliff Fish en Phil Wright niet betrokken. Zij zouden later echter ook weer bij elkaar komen en op gaan treden onder de naam (Phil Wright's) Original 70s Paper Lace. Vanwege een kwestie over de rechten op de groepsnaam konden Phil en Cliff hun originele naam niet meer gebruiken. Tot in 2022 heeft Cliff met deze groep op het podium gestaan.