La Bamba

De song La Bamba is onlosmakelijk met film verbonden. Het liedje duikt al in 1947 op in de prent Fiesta van regisseur Richard Thorpe met in de hoofdrollen Esther Williams en Ricardo Montalban. The M-G-M Studio Chorus & Orchestra o.l.v. Johnny Green brengen La Bamba in de film ten gehore. Fiesta is op 12 juni 1947 in de Amerikaanse bioscopen in première gegaan.

Het liedje La Bamba ontstaat in de Mexicaanse deelstaat Veracruz, beroemd om haar rijke muziektraditie. Het nummer is geschreven in de stijl van son jarocho, een mix van Mexicaanse en Cubaanse volksmuziek. Meestal gespeeld op één of twee arpas jarochas (harpen) samen met gitaar of de jarana jarocha (een kleine gitaar) en de requinto jarocho (ook een soort kleine gitaar).

Waarschijnlijk is de titel afgeleid van het werkwoord bambolear dat zoveel betekent als “al schuddend dansen”. De dans duikt geregeld op tijdens huwelijksfeesten waarmee de bruid en bruidegom het feest in gang zetten, een gebruik dat in Veracruz en omstreken zo goed als verdwenen is.

Het bekendste fragment in het liedje is en blijft “Yo no soy marinero, soy capitan!” (Ik ben geen marinier, maar kapitein). Veracruz is namelijk de grootste havenstad van Mexico, dit verklaart een hoop. In de dans is het voetenwerk el zapateado erg belangrijk terwijl het ritme als maar sneller wordt.

Volgens het boek The Originals van Arnold Rypens zetten El Jarocho het liedje al eersten op plaat. Hij geeft ook aan dat La Bamba bekend is onder de titel El Jarabe del Veracruzano wat zoveel betekent als de bruiloft van Veracruz.

Onder productionele leiding van Bob Keane, president van Del-Fi Records, duikt Ritchie Valens in 1958 de opnamestudio in om een rockversie van La Bamba op te nemen. Ritchie kampt tijdens de opname met een probleem. Apetrots dat zijn roots in Mexico liggen spreekt hij geen woord Spaans. Hij kent wel de tekst van La Bamba dankzij zijn tante Ernestine Reyes die hem fonetisch de juiste uitspraak heeft aangeleerd.

Ritchie zou niet lang van zijn succes kunnen genieten, want samen met The Big Bopper en Buddy Holly komt hij op 3 februari 1959 op zeventienjarige leeftijd tijdens een vliegtuigongeluk om het leven.

Filmregisseur Luis Valdez schrijft in 1987 het scenario voor de film La Bamba. Het gaat niet alleen over Ritchie Valens, maar ook om diens halfbroer Bob Morales, zijn vriendin Donna Ludwig en de rest van de familie. De acteurs krijgen de volle steun en medewerking van de familie Valenzuela (de echte familienaam van Ritchie Valens) en zijn zelfs live op de filmset aanwezig om de acteurs de nodige hints te geven.

Lou Diamond Phillips speelt de rol van de overleden zanger. Los Lobos hebben voor de soundtrack van La Bamba de liedjes van Ritchie Valens opnieuw opgenomen. Deze opnamen worden in de film geplaybackt door Lou Diamond Phillips. Marshall Crenshaw is in La Bamba te zien als Buddy Holly, Stephen Lee kruipt in de huid van The Big Bopper en Brian Setzer speelt Eddie Cochran. De regie is in handen van Luiz Valdez. La Bamba gaat in mei 1987 in wereldpremière tijdens het internationale filmfestival in Seattle, Washington en draait vanaf 24 juli 1987 in heel Amerika. Op 24 september 1987 gaat de rolprent in de Nederlandse bioscopen in roulatie.

La Bamba van Los Lobos komt op 27 juni 1987 binnen op vierentachtig in de Billboard Hot 100. Deze single verdringt negen weken later op 29 augustus 1987 Who’s That Girl van Madonna van de eerste plaats. Hij staat drie weken bovenaan. De soundtrack van La Bamba van Los Lobos maakte op 25 juli 1987 zijn entree in de Amerikaanse Top Pop Albums 200-lijst en staat vanaf 12 september 1987 twee weken op de nummer 1-positie. In totaal staat deze soundtrack van Los Lobos vierenveertig weken in de albumlijst. In de Britse hitparade staat La Bamba vanaf 1 augustus 1987 twee weken aan kop. In de Nederlandse Top 40 blijft de single op 5 september 1987 op de tweede plaats steken achter I Just Can’t Stop Loving You van Michael Jackson.

Bronnen:
© 2012 Daisy Lane & Marc Brillouet
http://hitriders.be/
http://www.originals.be/nl/