In Achter De Top 40 zoomen we in op de lijst en analyseren we de laatste trends en ontwikkelingen binnen de Top 40. We legden over de lijst van afgelopen vrijdag drie stellingen voor aan drie redactieleden.
1. Met het Top 40-succes van bijvoorbeeld Meau en S10 de laatste tijd, lijken Nederlandstalige vrouwelijke singer-songwriters meer in trek dan ooit. Hoe komt dat denk je? En wie mogen we binnenkort aan dat lijstje toevoegen volgens jou?
Vincent: “Ik denk dat dit heel erg samenhangt met de tijdsgeest. Deze zangeressen zingen over de problemen van deze tijd. Over hoe er wordt omgegaan met vrouwen, over depressies. Dat zijn thema's die nu heel erg in de maatschappij spelen. Het zijn bovendien zangeressen die niet bang zijn om naast hun kracht ook hun kwetsbaarheid te tonen. Ik hoop heel erg dat Froukje binnenkort ook aan Top 40-succes mag ruiken. Ze is al een aantal jaren erg goed bezig, maar wordt door de mainstream radio vooralsnog genegeerd. Het is een zangeres die heel goed haar emotie in nummers kan leggen en die een duidelijke eigen stijl heeft.”
Clemens: “Dit heeft denk ik te maken met de tijdsgeest. Op internationaal niveau doen vrouwelijke singer-songwriters als Gayle, Tate McRae en Lauren Spencer-Smith het nu ook goed, vaak met ‘break-up songs’. Deze specifieke trend zien we ook wel in Nederland terug. Toch denk ik dat het er hier meer om gaat dat luisteraars zitten te wachten op pure (pop)liedjes die een verhaal vertellen en je raken. Zeker in tijden waarin alles niet meer zo vanzelfsprekend lijkt.”
Martijn: “Het lijkt erop dat we liedjes met een verhaal de laatste tijd weer extra zijn gaan waarderen. En door dat in de eigen taal te doen komt zo'n verhaal net wat directer binnen. Dat Heb Jij Gedaan is daar een uitstekend voorbeeld van. Maaike Ouboter bewees zo'n 10 jaar geleden al dat met dit genre een groot publiek te bereiken was. Destijds zette dat niet door en bleef Dat Ik Je Mis een hit zonder navolging. Nu lijkt het fenomeen van de jonge vrouwelijke singer-songwriter wel door te pakken. Ik verwacht dat Froukje dit jaar ook nog wel haar Top 40-debuut zal maken. Ik zou het ook leuk vinden als gevestigde namen als Eefje De Visser, Merol of Sophie Straat op deze golf zouden kunnen meesurfen en eens met een hit in de Top 40 zouden kunnen komen.”
2. Deze week keert er via Trompeta van Willy William een oude danceklassieker terug in de Top 40, namelijk Infinity. Het is lang niet de enige huidige hit die een remake is van een oude track. Waarom zijn remakes zo succesvol? En slaat het niet een beetje door of is het juist goed dat artiesten inspiratie halen uit oude muziek?
Vincent: “Remakes zijn zo succesvol vanwege hun herkenbaarheid. Dat vinden mensen fijn, want ze houden vaak van een bepaalde mate van voorspelbaarheid. Trompeta speelt daar heel goed op in, want je gaat op een gegeven moment wachten tot dat legendarische saxofoonstukje komt. Of het aantal remakes doorslaat? Dat ligt eraan. Sommige remakes voegen een nieuwe dimensie toe aan het origineel, maar een groot deel blijft oppervlakkig. Hoe cliché ook: het publiek vreet het, dus blijkbaar is er behoefte aan.”
Clemens: “Ik denk dat het succes van die remakes vooral ligt aan de herkenbaarheid ervan. Ook al kent niet iedereen het origineel, het ligt vaak gelijk lekker in het gehoor. Het kan ook goed een neveneffect zijn van bijvoorbeeld de 80’s revival van onlangs. Mij kan het persoonlijk niet altijd bekoren, ik mis vaak een stukje originaliteit en vind het gewoon (te) makkelijk scoren.”
Martijn: “Teruggrijpen op oude hits is geen nieuw fenomeen. Het is grappig dat Infinity nu opnieuw in de belangstelling staat, want in 2008 werd dat nummer ook al een grote hit dankzij een remix. Dat was net in een periode dat er meer danceklassiekers opnieuw een hit werden dankzij een 2008-versie. Denk maar aan King Of My Castle, The Launch, Wonderful Days en de nummer 1-hit Show Me Love. Nu zitten de bewerkingen wat ingenieuzer in elkaar, met vaak een nieuwe of aangepaste tekst. Waarom remakes nu succesvoller zijn dan vroeger weet ik niet, maar het lijkt mij wel dat het voor jonge, beginnende producers makkelijker is om met oude hits aan de gang te gaan. Oude muziek is via internet nu immers heel snel en goedkoop te vinden. En dat daardoor het jonge publiek dankzij die remakes kennis kan maken met de originele hits, is alleen maar toe te juichen.”
3. David Guetta scoort met redruM zijn 54se Top 40-hit. Daarmee komt de Fransman gevaarlijk dichtbij het record van Madonna. Is zijn prestatie net zo knap als die van Madonna toen of kun je dat niet met elkaar vergelijken?
Vincent: “De prestatie van Madonna vind ik dan net wat knapper. Kijk alleen al naar hoe zij zich als een kameleon door het poplandschap bewoog en nog steeds beweegt. Ze heeft zichzelf als zangeres telkens opnieuw uitgevonden. Als dj en producer is dat net iets makkelijker. David hoeft niet het middelpunt te zijn, maar alleen de drijvende kracht achter het nummer. David Guetta is inmiddels meer een merk dan een artiest. Hij hoeft niet bang te zijn dat zijn stem aan kracht inboet: de beat is zijn stem.”
Clemens: “De prestatie van David Guetta is natuurlijk bewonderenswaardig, zeker als je kijkt naar het relatief korte tijdsbestek van zijn prestatie. Maar eigenlijk is het appels met peren vergelijken en vind ik de prestatie van Madonna knapper. Vroeger stonden nummers, vanwege de andere samenstelling van de Top 40, vaak veel korter in de lijst en was de rek er al snel uit. Nu kun je als artiest relatief lang teren op één hit aangezien airplay en streaming vaak veel langer aanhouden.”
Martijn: “Met alle respect voor de Franse dj, maar in mijn ogen is de prestatie van Madonna (en die van BZN, die ook 55 hits had) toch wel iets knapper. Voor dj's blijkt het wat makkelijker om een succesvolle hitcarrière tot op latere leeftijd vol te houden. Voor een entertainer als bijvoorbeeld Ariana Grande lijkt het toch net wat moeilijker om na haar 50e nog energieke optredens te geven en jonge fans aan zich te binden. Voor een producer is ouder worden minder ingrijpend. Bovendien krijgen producers in de 21e eeuw veel meer credit dan daarvoor. Helemaal terecht hoor, maar iemand als Giorgio Moroder, die als producer achter verschillende grote hits uit de jaren ‘70 en ’80 schuilging, stond bijna nooit met zijn naam groot op het hoesje.”