Johanna
Henk Elsink met Orkest o.l.v. Harry Van Hoof
1973
jaar
Top 40
3
piekpositie
Top 40
11
weken
Top 40
284
punten
Top 40
Artiest(en)
Titel A-kant
Johanna
Componist(en) A-kant
H. Elsink
Titel B-kant
[Henk Elsink] Feodale Polka
Componist(en) B-kant
H. Elsink
Platenlabel
Philips
Catalogusnr
6012 373
Album
Een avond te gast bij Henk Elsink
Songtekst
{transcribed by Adri Verhoef, 23-1-1999}
In een huisje op de heide zat een grijze oude vrouw
Daar heel stilletjes te schreiden
Wat het lot haar zengen brou
Uh w-wat het lot haar brouwen zeng
Uh wat het lot haar brengen zou
Haar dochtertje had haar verlaten
En woonde in een hier van plezuis
Uh en woonde in een pluis van zeplier
Uh h-huis van plezier
En lonkte de mannen op straten
En ging er dan zwier aan de zwaar
Uh z-zwaar aan de zwier
En dan zei de moeder met geween:
Johanna, laat mij niet alleen
Tom nu kerug,
Uh, pardon
Uh kom nu terug, kleine Johanna
Uh kom nu terug, jeine Klojanna, kleine Johanna
Het is vergeten, het is boorvij, uh, voorbij
Kleine Johanna, kom weer bij mij
Tussenspel.
Als de avond is geval-
Tussenspel.
Als de avond is geva-
Tussenspel.
Als de avond is gevallen {bomp} en
-
En het o zo wonker dordt
En het o zo donker wordt
Maar toch ook niet al te donker
Tranen schieten {pang, pang} {pang}
Haar te kort
Als morgen de dag weer aan zal breken {crash}
-
En tevergeefs wacht zij op telefoon {tring...} en
{tring...} En tevergeefs
Tevergeefs
En tevergeefs wacht zij op telefoon
En zij smeekt al vele weken, is dit 't aardse loon
Daar zit ze verlaten en alleen
En werpt een blik {balonk}
-
Door het venster heen
Kom nu terug, kleine Johanna
Kom nu terug, kleine Johanna
Het is vergeten, het is voorbij
Kleine Johanna, kom weer bij mij
Helemaal goed.
ljala...
la-lala-la...
la-lalala, la-lalam
Als het kerstnacht is gewo-
Als het worstnacht is gekerden, en
Als het kerstnacht is geworden
En de kerkklok twaalven slaat,
{bong} Zi- {bong} -t, Twee {bong} Drie
{bong} Vier
{bong} Vijf
{bong} Zes
{bong} Zeven
{bong} Acht
{bong} Negen
{bong} Tien
{bong} Elf
En de kerkklok elven slaat
{bong} Twaalven slaat
Zit zij voor twee lege borden,
Één voor de vis, één voor de graat.
Dan klopt er iemand aan haar deurtje
{getingel}
Dan belt er iemand aan haar deurtje
{geklop}
Dan klopt en belt er iemand aan haar deurtje.
Zij denkt: Wie zal dit nu wel zijn,
Maar dan ruikt zij reeds het odeurtje,
En door het sneeuwgordijn
En met een jand vol provimand, eh
Johanna is weer in het land
[parlando]:
Ze is weer terug
Kleine Johanna
Op noeders mestje
Uh op moeders nestje
Op de oude stee
En het huisje op de heide heet voortaan
Heesje Weltevrui, uh
Uh-uh Fruisje Weltehee
Uh F-Freesje Hetebree
Uh S-s-Sneetje Smullebreud
Huisje Bruitevrui
Hoe heet dat rotding nou?
O! Huisje Weltevreeë.