Barbecue

{transcribed by Adri Verhoef, 11-9-2018}

(Ba-ba-ba, ba-barbecue) [etc.]
O barbecue
Wat een gedoe
Barbecue
Het is altijd een klerezootje als ik bij me thuis een barbecuetje doe

(nou, heel gezellig is het, hè, buur?)

Eer het vuur eindelijk brandt
Maak je van de honger de kanariepiet van kant
Barbecue
O barbecue
De vonken vliegen om m'n oren, ben verbrand tot aan m'n ellebogen toe

(Zeg, wat staat die zigeuner daar te zweten?)
(Euh, dat is zigeunersaus)

O barbecue
Wat een gedoe
Barbecue
Het is altijd een klerezootje als ik bij me thuis een barbecuetje doe

(Zeg, zeg dit kippenpootje is helemaal zwartgebrand, moet je 's kijken)
(Maar dat is helemaal geen kippenpootje, je staat op een stuk houtskool te kluiven)
(O)

(Trouwens, lekkere saus hier in dit potje, heb je al geproefd?)
(Welk potje? bah, dat is helemaal geen saus, dat is een blik buitenbeits)

O, ieder is van de kook
Dat kan ook haast niet anders, want ze stikken van de rook
Barbecue
O barbecue
Na zo'n avond barbecueën, zit de saus tot in m'n onderbroek aan toe

(Nou, wat ik hier heb weet ik niet, maar het is erg lekker)
(Ja, nou, kijk maar uit dat de hond je niet ziet, want het is zijn been)

O barbecue
Wat een gedoe
Barbecue
Het is altijd een klerezootje als ik bij me thuis een barbecuetje doe

(Nou, even dansen, jongens, even dansen)
(Hee uh, Herman, waar laat ik die afgegeten satéstokjes?)
(Uh, doe ze maar even in de afwasmachine, Gerard)

(Zeg, hallo, hallo, wat doet die hond op de barbecue?)
(Uh, dat is van me broer, die wil graag een hotdog)

Mmmaar het loopt uit de hand
De barbecue, de tuin en heel het huis staat in de brand
Barbecue
(D'r is brand)
(Jongens, kijk nou, de- de vlammen slaan uit het dak)
(Bel de brandweer)
(Weg, naar buiten)
(De brandweer)
(Waar blijft de- o, daar komt de brandweer)
(Wat een vuur)
(O)
(Kijk nou toch)
(Ik ga er ook vandoor)
(Goedenavond, daaag)
(Wat een vuurzee, wat erg, jongens)
(Het was heel gezellig, daaag)
(Daaag)
(Goedenavond)
(Uh goeienavond, ik ben de brandweercommandant)
(A, fijn)
(Het spijt me, maar ik heb het huis niet kennen redden)
(O nee?)
(Alles is verbrand)
(Wat erg)
(Op één ding na)
(Wat heeft u kunnen redden?)
(De barbecue)