De Zenuwpees

{transcribed by Adri Verhoef, 1-1-1997}

Sssss-s-stuh-s-stap ik r-hh rustig in m'n o-o-auto,
Ik-ik ik zet 'm vo-vo-vvoorzichtig in in ze in z'n 1,
I-ik geef guh-gas ennuh-nuh met 'n rr-rotgang ga-ga ga ik achteruit duh-duh door m'n g-g-g-garagedeuren heen.
Duhdahduh-dat komt, ik ben zo-zo zo n-n ne-neenuwachtig
Muhmuh-muh-muh-muh-m-m-man man m-m-man w-wuh wat ben ik zuh zerveu-zerveus.

Ih ik ik maak se-s-zelf een sch-sss-sch-schemerlampje
Ik duh-duh-d-denk dah dan heb je uh-uh-een een beter s-s-zicht.
Affijn, ik stuh-s-s-steek de stekker in 't-uhhh s-s-stopcontact
Eén se-seconde later suh-se-zit heel Z-Zuidholland z-zonder licht,
D-dat komt ik ben s-s-zo nuh-neenuwachtig
M-m-mah-man-man man, wat ben ik suh s-zerveus.

Suh-ssssssuh-suh suh suh-suh sus suh-suh sssuh, susssuh-sssssuh-suh-s suh solo.

Luh-ll laatst puh-puh p-plaats ik suh-zelf een een ah-h-h-antenne,
We-w-w-wah-wan-want d-d-dat kan kan toch de-de gg-guh g-grootste zuh-zak.
Ik zuh-zuh-z-z-zet me-m'n voet verkeerd nuh-neer en ik guh-glij, tjoetj,
Toen toen zit 'r guh-g-g-gelijk gee-g-geen-geen ene puh-pan meer op 't dak.
Duh'k-d-dat komt, ik ben s-zo neenuwach-wachtig,
M-m-man-m-m-man man, w-w-wan wat ben ik, wat ben ik suh, suh, suh, suh.