De Buurtsuper

{transcribed by Adri Verhoef, 19-1-1996}

De buurtsuper.

Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Het zit zo, ik ben een klant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Een klant, wat interessant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Wat heeft u hier zoal?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
We verkopen hier geen bal.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Maar wat heeft u hier dan wel?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik heb alleen een winkelbel.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Nou, dan ga ik dan maar weer.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Tot de volgende keer.

De buurtsuper.

Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik ben een klant, heeft u kip?
Kip?
Ja.
Wat voor kip?
Nou, gewoon, kip.
Ja, maar een hele kip,
Een halve kip,
Een kip-in-het-pannetje,
Een kip uit het pannetje,
Een kip met een oorlogsverleden,
Wát voor kip?
Een kip met een oorlogsverleden?
Ja, dat is weer nieuw.
O. Nou, doet u die dan maar.
Die hebben we niet.
Wat heeft u dan voor kip?
We hebben helemaal geen kip.
Ooo ja.

Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Het zit zo, ik ben een klant.
O Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Een klant, wat interessant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Wat heeft u hier zoal?
Ach Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
We verkopen hier geen bal.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Maar wat heeft u hier dan wel?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik heb alleen een winkelbel.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Nou, dan ga ik dan maar weer.
Ja Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Tot de volgende keer.

De buurtsuper.

Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik ben een klant, heeft u dipsaus?
Dipsaus?
Ja.
Wat voor dipsaus?
Nou, gewoon, dipsaus.
Ja, maar dip-chilisaus,
Dip-hawaii-saus,
Dip-met-ons-mee-saus,
Dip-je-suf-saus,
Dippertje-dap-saus,
Wát voor dipsaus?
Dippertje-dap-saus?
Ja, dat is weer nieuw.
O. Nou, doet u die dan maar.
Die hebben we niet.
Wat heeft u dan voor dipsaus?
We hebben helemaal geen dipsaus.
Ooo ja.

Goeiemorgen,
Hee Goeiemiddag,
Het zit zo, ik ben een klant.
O Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Een klant, wat interessant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Wat heeft u hier zoal?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
We verkopen hier geen bal.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Maar wat heeft u hier dan wel?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik heb alleen een winkelbel.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Nou, dan ga ik dan maar weer.
Ja Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Dahag, tot de volgende keer.

De buurtsuper.

Goeiemorgen,
Ja,
Ik ben een klant, heeft u pruimen?
Pruimen?
Ja.
Wat voor pruimen?
Nou, gewoon, pruimen.
Ja, maar blauwe pruimen,
Gele pruimen,
Gedroogde pruimen,
Suikervrije pruimen,
Wel te pruimen,
Niet te pruimen,
Wát voor pruimen?
Niet-te-pruimen?
Ja, dat is weer nieuw.
O. Nou, doet u die dan maar.
Die hebben we niet.
Wat heeft u dan voor pruimen?
We hebben helemaal geen pruimen.
Ooo ja.

Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Het zit zo, ik ben een klant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Een klant, wat interessant.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Wat heeft u hier zoal?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
We verkopen hier geen bal.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Maar wat heeft u hier dan wel?
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Ik heb alleen een winkelbel.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Nou, dan ga ik dan maar weer.
Ja Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Dag, tot de volgende keer.
Goeiemorgen,
Goeiemiddag,
Tot de volgende keer.